Zelfmoord: waarom en waardoor? (1)

Dit 1e blog van de serie zelfmoord: waarom en waardoor? gaat over de schok bij anderen; de verbijstering, verdriet, angst of woede.

Zelfmoord: waarom en waardoor?

Als je depressieve partner met het thema zelfmoord worstelt dan hebben de naasten en ook jij als partner het zwaar. Zeer zeker als het eindigt in geslaagde zelfmoord, maar ook als dat uiteindelijk niet gebeurt. Ook al is het thema reeds ‘voltooid verleden tijd’, dan blijft het een zware herinnering, ook voor de (deels herstelde?) depressie lijder zelf (die dus geen zelfmoord pleegde).

Als (GGZ) hulpverlener kom je dit thema geregeld tegen en dat kan zwaar zijn. Het is vaak moeilijk om je in suïcidale mensen te verplaatsen, omdat ze anders ‘in het leven staan’. Hoe overbrug je die kloof?  Hoe zorg je dat je de optimale afstand houdt: niet te dichtbij, niet te veraf?

Een eigen werkervaring

Een vrouw, geen veertig jaar oud, was al opgenomen op de afdeling waar ik kwam werken. Zij had de diagnose bipolaire stoornis (‘manisch depressief’) en die was fors. Zij was moeilijk instelbaar op medicatie (met stemmingstabilisatoren zoals lithium). Haar vader was ook manisch depressief. Zij was vrijwillig opgenomen omdat ze weer ernstig depressief was en poliklinisch niet opknapte.

Zij was gehuwd en – tot haar grote verdriet – ongewild kinderloos. Gezien haar leeftijd was het haar helder dat ze altijd kinderloos zou blijven. Vanwege haar psychische stoornis was zwangerschap haar eerder ontraden, maar om gynaecologische redenen bleek zij al eerder onvruchtbaar. Haar man was haar toewijd en steunde haar waar hij kon, maar die pijn kon hij ook niet wegnemen. Het lukte niet om dat rouwproces te voltooien. Gedachten aan zelfmoord was een van de gespreksthema’s.

zelfmoord 1

Bron: www.ze.nl

 Qua medicatie, activerende therapie, steunende echtpaar gesprekken e.d. werd gedaan wat nodig was (het ‘depressie protocol’ – een nationale richtlijn over depressie behandeling – werd doorlopen). De medicatie werd steeds besproken, met haar en haar man. Via bloedprikken werd de concentratie ervan in het bloed gevolgd. Daaruit bleek dat zij goede (‘hoog therapeutische’) bloedspiegels had en slikte wat afgesproken was. Ze had geen hinderlijke of gevaarlijke bijwerkingen. Langzaam ging het beter en verloven naar huis werden uitgebreid in onderling overleg. Dat ging met pasjes vooruit.

Op een ochtend, bij het roepen door een verpleegkundige van alle patiënten voor het ontbijt, had die de patiënte in bed aangetroffen. “Kom je ook zo aan tafel?” had zij gevraagd. Het antwoord was ”ik kom er zo aan”. Een kwartier later was patiënte echter nog afwezig. De verpleegkundige ging kijken, maar trof een leeg bed en lege kamer. Meteen werd alarm geslagen. 5 Minuten later bleek dat een portier, desgevraagd door een verpleegkundige (die een beschrijving van patiënte gaf), haar naar buiten had zien gaan, onopvallend.

Toen werd de politie ingelicht met het verzoek om naar haar uit te kijken.  Een kwartier later belden zij terug. Van een torenflat in de buurt was iemand naar beneden gesprongen en een bewoner had direct de politie gealarmeerd toen het gebeurde. Een uur later kwam de politie met een kledingstuk, een stuk schoen en een ring. De politie zei dat identificatie per se zo moest plaatsvinden. Door die meegebrachte spullen konden we haar snel identificeren.

Een afvaardiging van de afdeling ging naar haar man thuis, nadat hij eerst gebeld was. De man huilde enorm, maar was ook niet verrast. Tegelijkertijd werden de overige patiënten op de afdeling ingelicht in een gezamenlijke bijeenkomst (om geruchten te voorkomen en hun vragen te beantwoorden).

Door allerlei kleine details, ook met behulp van informatie van haar man,  konden we reconstrueren dat zij een en ander bewust  had voorbereid. Later werd, zoals gebruikelijk, een verslag aan de gezondheidszorg inspectie gestuurd, met het team geëvalueerd en nog een paar keer met de man van patiënte gesproken. Dat was belangrijk voor iedereen.

Het proces van zelfmoord verloopt in fasen en de buitenwereld is daarvan vaak slecht op de hoogte.

In het vervolgblog van 15 september ga ik verder over deze emoties en vragen die je als partner hebt. Zelfmoord overwegen is ‘per definitie een ‘verborgen proces’. De buitenwereld zal zich altijd overvallen voelen. De  verwerking daarvan is verschillend. In mijn boeken ga ik op het onderwerp uitgebreider op dit alles in: www.steflinsen-psychiatrie-partnerhulp.nl/boeken 

Tenslotte deze tip:

Een handige tip is: de zelfmoordpreventiehulplijn: 0900-113, www.113online.nl.

Als je wilt reageren kan dat hieronder.