Ik werk allang in de ggz vroeg me vaker af: Psychische klachten, nemen ze toe en hoe komt dat dan?
Als jezelf flink worstelt met psychische klachten – of als naaste – herken je die vraag vast.
Psychische klachten lijken nu méer voor te komen. We horen er meer (én er is meer gedoe) over.
Natuurlijk weet iedereen dat aanleg, karakter en ervaringen samen bepalen dát en wát iemand voor klachten krijgt op een bepaald moment in het leven.
Het is waar, maar ook algemeen, onpersoonlijk en weinig richting gevend voor éen bepaald iemand. Kan t niet beter?
Alvast vooraf: Een definitief antwoord heb ik niet, wel gedachten. Een praktische insteek is het best om de problemen aan te pakken.
Vanuit de steungedachte schreef ik Help, mijn partner heeft een depressie! en Help, mijn partner heeft een psychose!
Genetische oorzaken van psychische klachten?
100% Op éen persoon toegespitst kunnen we dat niet bepalen want we kennen niemands volledige genetische (erfelijke) aanleg.
Bovendien is onbekend welke (combinaties van) genetische aanleg wanneer welke klachten bij wie veroorzaken en hoe die dan zullen verlopen.
Genetica heeft in de psychiatrie (zeker de ‘grote psychiatrie’ (schizofrenie, schizo affectieve stoornis, bipolaire stoornis, autisme spectrum stoornis)) een rol.
Maar (deels) dezelfde aanleg zie je vaker terug bij verschillende ‘grote’ diagnoses/ziektebeelden. Soms zie je bij dezelfde ziekte/diagnose níet dezelfde genetische aanleg: variantie dus.
Genetica is ‘voorwaarden scheppend’ maar niet éindbepalend. Bovendien blijken basale karakter -kenmerken ook erfelijk medebepaald (zoals bijv. de mate van intro – of extraversie).
Het duurt nog lang voordat we dat precíes weten voor alle ziekten/diagnoses áls dat al mogelijk is..
In de spreekkamer heb ik (en de patiënt) weinig aan deze wetenschap.
Karakter kenmerken en levenservaring
Het gaat vooral om ‘verworven’ zaken. Je karaktervorming wordt sterk beïnvloedt door je opvoeding en wat je meemaakt.
Jouw ervaring met en tussen andere mensen is daarbij essentieel. Erfelijke aanleg kleurt in hoe je (het) ervaart, verwerkt en verder ontwikkelt maar is niet allesbepalend.
Deze discussie is in de geesteswetenschappen allang, intens gevoerd en eindigt nooit.
Nature and nurture
In het Nederlands: (erfelijke) aanleg en ervaring bepalen samen die ‘einduitkomst’. En dan zijn we weer bovenaan in dit blog. Maar hoevéel dan van elk?
Grofweg, globaal is de beste schatting 40% erfelijke aanleg en 60% ervaringen en karakterkenmerken die bepalen of je – en welke – psychische klachten krijgt.
Hoe ernstiger het ziektebeeld en/of hoe vroeger in het leven het begint en hoe méer je dat ziektebeeld terugziet op diverse continenten bij verschillende bevolkingsgroepen,
hoe groter de kans op forse erfelijke invloed/oorzaak. Schizofrenie, manie en depressies komen overal ter wereld voor, maar de manier waarop het geuit wordt is cultureel beïnvloedt.
Vaak is het ziektebeeld voor mensen afkomstig van andere continenten (dan de lijder) dan toch wel herkenbaar, maar niet ‘typisch’.
Aanleg voor kwetsbaarheid en ook nog pijnlijke levenservaringen
Dit is het beste antwoord dat ik heb op de waarom vraag. Door aanleg kun je kwetsbaarder zijn dan anderen (biologisch minder veerkrachtig/ ‘stressbestendig’), waardoor (eenzelfde) pijnlijke ervaring meer en langer ziekmakende invloed kan hebben. Als er eenmaal ziekte is dan ontstaat een nieuw ‘krachtenspel’. De prognose daárvan wordt weer erg beïnvloedt door (nuttige herstel bevorderende aanpassing van de) leefwijze en beschikbare sociale steun.
Sociale steun – die zelfvertrouwen versterkt – bij psychische klachten is belangrijk
Vanuit de steungedachte schreef ik Help, mijn partner heeft een depressie! en Help, mijn partner heeft een psychose!
Dat helpt het probleem verkleinen. Praktische oplossingen kiezen. Praktisch is ook mijn YouTube kanaal met de Psychiater prater vlogs
Is de maatschappij geestelijk gezond of ziekmakend?
Erg veel psychische klachten worden sterk beïnvloedt door emotionele (verworven) pijn, los van de genetische aanleg.
Nu is dit besef er wel maar door de inrichting van de ggz komt de uitwerking in de verdrukking.
Ik weet ook dat de GGZ niet ‘de cultuur kan repareren of compenseren’ en dat is ook niet haar opdracht. Díe betreft individuele mensen en hun omgeving.
Maar je kunt wel een belangrijke discussie voeren over ‘publieke (meer preventieve) gezondheidszorg’. Daarvoor is er te weinig plaats nu.
Elke cultuur krijgt de GGZ die ze verdient en die heeft zijn eigen kruis qua psychische klachten.
In het volgende blog ga ik hierop door.
Wat denk jij hierover?