De laatste zinnen van mijn vorige blog waren: Voorzichtigheid in gebruik bij eerdere klachten van depressie of psychose is dus wijs.Cannabis en de kans op depressie of psychose; terechte zorg of overdreven? Dat is de hamvraag, maar om nieuwe depressie of psychose te voorkomen helpen alle kleine beetjes.
Mijn mening: Wie moet er nu uitkijken met cannabisgebruik?
Iedereen die klachten van grote somberheid (want dat is wat we met ‘depressie’ bedoelen), of ernstige verwardheid (want dat is wat we met ‘psychose’ bedoelen) heeft gehad.
Iedereen die een 1e graads familielid heeft met dergelijke klachten kan zelf ook gevoelig zijn voor dergelijke klachten, maar er bestaat geen simpele, zekere manier om dat snel weten te komen. Voorzichtig zijn is dan goed. Dus niet elke dag en/of in grote hoeveelheden.
Een ieder die medicatie gebruikt voor depressieve of psychotische klachten loopt risico op een vervelende wisselwerking tussen de cannabis en medicatie. Dat valt niet exact te voorspellen. Het feit dat het 23 keer goed ging, is geen garantie dat het de 24e keer dus ook goed zal gaan.
Bron: indepressie.nl
Algemene opmerkingen over (roes)middelengebruik
Drugs worden globaal verdeeld in ‘uppers’ en ‘downers’. Uppers werken stimulerend, maken actief en alert. Cocaïne, amfetamine, speed, xtc, (sterke) koffie, nicotine. Downers doen het omgekeerde, ze maken rustig of suf. Alcohol, ghb, opiaten (heroïne, morfine), slaap – en kalmeringstabletten.
Degene die nooit klachten van depressie of psychose had, maar geregeld en veel cannabis gebruikt, bijvoorbeeld dagelijks (meervoudig) komt op andere mensen vaak sloom, langzaam of onverschillig over. Globaal staat de geest dan in de ‘handrem stand’. Dat komt omdat cannabis een ‘downer’ is, een demper.
Als een roesmiddel is uitgewerkt is het effect vaak het omgekeerde. Dat heet ‘rebound effect’ (terugkaatseffect). Dus ná een downer kun je onrustig en alert worden. Dat hangt af van hoeveel je gebruikt hebt. Ná een upper kun je sloom of suf worden.
Cannabis en de kans op depressie of psychose; terechte zorg of overdreven?
Degene die meerdere roesmiddelen (grillig) door elkaar gebruikt heeft misschien geen last van depressie of psychose, maar heeft toch een probleem. (Hij of zij verkeert zelden in een ‘pure’ toestand. Dus zonder invloed van roesmiddelen of rebound effect.) Dat wordt door de betrokkene vaak lang ontkend. In mijn ervaring leidt zo een gebruikspatroon na enkele jaren toch tot problemen; sociaal, financieel, psychisch of lichamelijk.
Roesmiddelen worden gebruikt vanwege de roes, de veranderende gemoedstoestand. Men zoekt het alerte of juist de rust. Bij ‘te gretig’ gebruik (vaak, teveel) moet er vaak iets worden vergeten, verdoofd, weggemaakt. Ongemakkelijke, vervelende gevoelens, gedachten of herinneringen. Dat wil niet zeggen dat die gebruiker zich dat bewust is! Dat blijkt vaak pas tijdens het ‘afkicken’, als de ’gevoel verdoving’ eraf gaat.
Lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid
De begrippen geestelijke en lichamelijke afhankelijkheid zijn hierbij sturend. Bij lichamelijke afhankelijkheid spelen onttrekkingsverschijnselen een rol (‘afkicken’). Bij geestelijke afhankelijkheid ‘hunkering’ (het Engelse woord craving wordt ook wel gebruikt). Bij verschillende roesmiddelen kan de mate van lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid nogal verschillen.
Bij cannabis speelt geestelijke afhankelijkheid wel vaak een rol. Voor uitleg daarvan verwijs ik je door naar de paragraaf ‘Geestelijk of lichamelijk verslaafd’ of de in de eerste blog genoemde Jellinek site.
In mijn boeken Help, mijn partner heeft een depressie! en Help, mijn partner heeft een psychose! ga ik hier uitgebreider op in.
Verduidelijkt dit blog de zaak voor jou? Heb je nog vragen ? Als je wilt reageren op dit blog dan kan dat hier.